De geboorte van Roelf is op 04 maart 1915 aangegeven door vader Roelf Schrik, samen met de getuigen: Remmert Jacobus Swiers (* 24-09-1872 Kiel-Hoogezand - houtschaver, boorhoutmakersknecht) en Hendrik Hollé (* 21-04-1867 - gemeente veldwachter).
.
Tijdstip: 20:00
Roelf is 68 jaar, 10 maanden, 14 dagen en ca. 1,5 uur oud geworden.
Oorzaak: Longemphyzeem/Hartstilstand
Tijdstip: 21:30
Hij is getrouwd met Cornelia Langereis.
Toestemming voor het huwelijk is 5 juli 1941 verkregen te Andijk, Noord-Holland, Nederland.
Zij zijn getrouwd op 17 juli 1941 te Andijk, Noord-Holland, Nederland, hij was toen 26 jaar oud.Kind(eren):
Beroep: Aannemer weg- water- en utiliteitsbouw
Geboren in de Noordbroeksterstraat 69 te Sappemeer, moest Roelf (op twee na de jongste van 14 kinderen) vanaf zijn 14e jaar min of meer voor zichzelf zorgen. Hij trok in de kermis-seizoenen mee als knecht van kermisexploitant Klinkhamer uit Kiel-Windeweer (Gr). Bekend is dat hij ook bij zijn oom Hendrik werkte die in Slochteren een aannemersbedrijf had (zie foto 12).
Begin mei 1940 streek Roelf met de kermis neer in Andijk, op een klein braakliggend grasveld gelegen aan de kop van de Burgemeester Doumastraat, pal om de hoek van melkslijterij Langereis (Krimpen 428 thans Dijkweg). Op een van de kermisdagen ontmoette Roelf dochter Cornelia Langereis. Na afloop van de kermis keerde het hele gezelschap omstreeks de eerste week van mei 1940 terug naar Groningen maar .... de Afsluitdijk bleek, werkelijk enkele minuten eerder, te zijn versperd door Nederlandse militairen. De Tweede Wereldoorlog was uitgebroken ! Naar later zou blijken, een beslissende factor in het leven van Roelf.
Noodgedwongen keerde de kermis terug naar Andijk. Een grote kermiswagon met cake-walk werd geparkeerd naast het gemaal in Andijk (thans museum) en bleef daar staan tot na de oorlog ! Alle personeesleden bivakkeerden in de wagon. Roelf echter, kreeg verkering met Cornelia en vond op 05-07-1940 een kosthuis bij een weduwe die woonde aan (waarschijnlijk) de Kerkbuurt nr. 340. Op 31-03-1941 trok Roelf bij zijn (toekomstige) schoonouders in. Op 17-07-1941 traden Roelf en Cornelia (inmiddels in blijde verwachting) in het huwelijk. Alhoewel Roelf (volgens zeggen van schoonzuster Antje Langereis) heel slecht met schoonvader Albert kon opschieten, ging hij, om aan de kost te komen, toch als melkventer werken in het zuivelbedrijf van zijn schoonouders.
Tijdens en na de oorlogsjaren werkte Roelf soms tussendoor als landarbeider, rooide aardappelen, uien en suikerbieten, maar begin jaren '50 was er kennelijk weinig werk meer in Andijk. Roelf trok daarop naar Amsterdam en ging op 13-02-1951 in de kost bij Matthijs Langereis (oom van echtgenote Cornelia) in de Joden Houttuinen 66-III, en vanaf 27-03-1951 bij zijn schoonzuster Antje Venekamp-Langereis, in de Blankenstraat 44-II.
Roelf vond werk als bewaker bij de "Nachtveiligheidsdienst", liet zijn gezin naar Amsterdam overkomen, en betrok op 12-04-1951 een woning aan de Bestevaertstraat 197-I (bel-etage). In 1952-1953 ging hij werken in de bouw o.a. aan de Velsertunnel, later in Amsterdam aan het pakhuis 'Blauwhoedenveem' aan de Oostelijke Handelskade (afgebroken, thans muziekgebouw en scheepsterminal aan het IJ), en het VU-ziekenhuis. Roelf was, grotendeels door armoede gedreven, heel inventief. Naast zijn reguliere werk kocht hij grote partijen glaskisten op die hij in de avonduren sloopte en spijkervrij maakte, waarna hij het hout per m3 verkocht aan de houthandel (o.a. aan houthandel Gorter uit Aalsmeer). Geruime tijd fabriceerde hij ook (vaak met hulp van alle gezinsleden) aanmaakhout voor de toen in gebruik zijnde kolenkachels (!), verpakte deze in handzame papieren zakken en verkocht deze aan de plaatselijke detailhandel. Hij huurde daartoe eerst een kelder onder een fietsenstalling in de Bestevaerstraat, schuin tegenover het huisadres, en later een grote loods in Aalsmeer.
Roelf begon in 1960 (begin van de na-oorlogse hoog-conjunctuur) zijn eigen aannemersbedrijf in de weg- water- en utiliteitsbouw en bouwde in Amsterdam o.a. aan de caissons van de 1e Coentunnel (1961), de bekende V-vormige fundering van het Shell-laboratorium (aan het IJ), de kluizen van de Nederlandsche Bank (Frederiksplein), het Lucas-ziekenhuis (1964), de IJ-tunnel (1968), het verkeersknooppunt "het IJ" (noordzijde IJ-tunnel), waterkeringen in de plaats Ursem (Nh), en diverse utiliteitsprojecten in Duitsland (Bad-Godesberg-Gummersbach en Frankfurt am Main). Op het hoogtepunt van zijn bedrijf had hij 52 timmerlieden, ijzervlechters en bouwvakkers in dienst.
Halverwege de jaren '70 moest Roelf (astma-patient vanaf zijn 18e levensjaar) wegens long-emphyzeem zijn werkzaamheden beeindigen en overleed, vermoedelijk aan een hartstilstand, op 17-01-1984 tussen 20.00 en 21.30 uur in het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam, 68 jaar, 10 maanden en 14 dagen oud. Op 20-01-1984 werd Roelf in Crematorium Westgaarde te Amsterdam gecremeerd.
.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.