Hij heeft/had een relatie met Geesje Roelofs (Hobers).
De relatie startte rond 1665.
Het is de vraag of Geesje en Wouter een relatie hadden. Geesje wordt in 1666 ongehuwd moeder.
Lees bij "Notities" het verhaal van de "versluierde doop" van dochter Hendrikje.
Kind(eren):
'Versluierde" doop
De enige keer dat Wouter Hendrix en zijn 'vrouw' (?) Geesje Roelofs (Hobers) in een bron genoemd worden, is als ze op 22 juni 1666 dochtertje Hendrikje laten dopen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. In die doopinschrijving vinden we zowel haar naam als de moeder, maar ook 'vanzelfsprekend' de naam van de vader: "Wouter Hendricx". De vraag is echter of hier wel sprake is van de echte vader cq. echtgenoot van Geesje.
Van de hier genoemde 'vader' Wouter Hendrix is namelijk verder geen enkele bron te vinden. Noch een huwelijksakte van Wouter en Geesje, noch een overlijdensakte van Wouter. Als moeder Geesje drie jaar later in 1669 hertrouwt (of moeten we zeggen, voor het eerst trouwt) met een Engelsman wordt in het ondertrouwregister genoteerd:"Compareerden Adriaen Hen van Londen passementwercker wed(enaer) van Anneke Cockx woont in d' Egelantierstraet en(de) Geesje Roelofs van Hardenberg oud 32 jare ouders doot geas(sisteert) met haer muy Geesje Jans woont op d' Keysersgracht"
Ze kunnen beiden niet naamtekenen en plaatsen dus beiden een kruisje: "+" en "+"
Het opmerkelijke aan deze inschrijving is dat er NIET wordt vermeld dat Geesje weduwe is van Wouter Hendrix, wat (zoals blijkt bij haar man Adriaen) wel gebruikelijk is. Verder is het opmerkelijk dat in de marge niet vermeld wordt "sij weeskamer voldaen", wat ook gebruikelijk is bij de hertrouw van een weduwe met een kind uit een eerder huwelijk.
Alles wijst er dan ook op dat de doopinschrijving van haar dochtertje Hendrikje een 'versluierde' doop is: een bewust gemaakte inschrijving met een 'onvolkomenheid', wellicht een falsificatie te noemen. Al of niet met medeweten van de koster en / of de dominee wordt de naam van Wouter Hendrix als vader genoteerd om de schande van de doop van een kind van een ongehuwde moeder te 'versluieren'.
Geesjes enige kind is dus uit een relatie waarvan niet vast staat dat de genoemde Wouter Hendrix de vader is.
NB De term 'versluierde' doop is van Harmen Snel, archivaris bij het Stadsarchief Amsterdam.
Wouter Hendricx | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1665 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geesje Roelofs (Hobers) |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.