Stamboom Hobers » Hillegonda Hobers (± 1708-1784)

Persoonlijke gegevens Hillegonda Hobers 


Gezin van Hillegonda Hobers

Zij is getrouwd met Bernardus (Barend) Oudenheuvel.

Toestemming voor het huwelijk is 23 april 1734 verkregen te Amsterdam.Bron 1

Zij zijn getrouwdBron 1

Ondertrouwakte:
"den 23 April 1734; Barend Oudenheuvel van Am[sterdam], 25 jaar op de princegracht ouders doot, geass[isteerd] met sijn broeder Jan Oudenheuvel ende Hilligonda Hobers van Koeverden, oud 26 jaar op de Fluweele burgwal geass[isteerd] met haar moeder Elisabet Harmelink"

Ze kunnen beiden naamtekenen: "Barend Oudenheuvel ........ hillegonda hoobers"
Ze zijn in de kerk getrouwd op 9 mei 1734 te Amsterdam.Bron 4


Kind(eren):

  1. Dirk Oudenheuvel  1741-1741


Notities over Hillegonda Hobers

Drank maakt meer kapot dan .....

Amsterdam
Hillegonda Hobers, dochter van Frederick Hobers "den hoedemaecker", is omstreeks 1708 geboren in Coevorden. Ze wordt gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk (afb.1)
Als Hillegonda's vader overlijdt, gaat haar moeder met de kinderen - Hillegonda is dan 25 jaar- terug naar Amsterdam, waar het gezin vóór Coevorden ook al woonde. Weduwe Elisabeth Harmelingh woont met haar kinderen op de Fluwele Burgwal. Deze straat heette zo omdat daar de rijkste Amsterdammers woonden en in fluweel gekleed gingen. De familie Hobers zal echter wel als personeel ergens ingewoond hebben.
Hillegonda ontmoet hier Barend Oudenheuvel, zoon van de uit Duitsland afkomstige "trilijmacker" Johannes Oudenheuvel. De 26-jarige Hillegonda Hobers en de 25-jarige Barend Oudenheuvel besluiten met elkaar te trouwen. Ze zal 15 jaar later, Barend blijkt dan een zware alcoholist te zijn, nog wel eens terug gedacht hebben aan haar besluit met hem te trouwen.

In het voorjaar van 1734 gaan Barend en Hillegonda in ondertrouw. De aankondiging van hun huwelijk hangt op de pui van het stadhuis:
"den 23 April 1734; Barend Oudenheuvel van Am(sterdam), 25 jaar op de princegracht ouders doot, geass(isteerd) met sijn broeder Jan Oudenheuvel ende Hilligonda Hobers van Koeverden, oud 26 jaar op de Fluweele burgwal geass met haar moeder Elisabet Harmelink"

Ze kunnen beiden naamtekenen: ........ "Barend Oudenheuvel ........ hillegonda hoobers"
De vraag is of ze ook konden schrijven, gezien de kwaliteit van hun handtekeningen (afb. 2). Op 9 mei 1734 wordt het huwelijk voltrokken. Barend en Hillegonda gaan wonen in de Sint Nicolaasstraat.

Het eerste kind dat geboren wordt, is een meisje dat de naam van Barends moeder Christina krijgt. Ze wordt op "bededag" gedoopt in de Oude Kerk. Dirck Hobers, de jongere broer van moeder Hillegonda en oma Elisabeth Harmelingh zijn de doopgetuigen. Dit is de eerste keer dat oom Dirck een 'taak' heeft in het gezin van Barend en Hillegonda. Dirck is bezig een indrukwekkende carrière op te bouwen als "destillateur en koopman van wijnen". Hij zal nog drie keer getuige zijn bij de doop van kinderen van Barend en Hillegonda. Zij zijn andersom zelf ook geregeld getuige bij de doop van een kind in de Hobers familie. (afb. 3).

Wellicht is het overlijden van vier van zijn kinderen voor Barend de aanleiding zwaar aan de drank te gaan en is dat weer de reden dat het gezin verhuist is naar de Binnen Visserstraat. De keus voor deze straat is niet toevallig: de Binnen Visserstraat kruist de Haarlemmerdijk; de oude dijk naar de Haarlemmer Poort. Zo'n 50 meter verder naar het westen, op de kruising van de Haarlemmerdijk en de Binnen Wieringerstraat heeft Dirck Hobers een kapitaal pand, pakhuis annex woonhuis, gekocht. Dirck Hobers is intussen een man van aanzien: hij verdient veel geld als destillateur en koopman. Daar komt bij dat Barends broer Jan Oudenheuvel ook nog eens de buurman van Dirck Hobers is: "Jan Oudenheuvel kleeremaker op den Dijk bij de Wieringerstraat" . Ik vermoed dat Hillegonda Hobers en Barend Oudenheuvel in dit stukje Amsterdam zijn gaan wonen, juist omdat beiden een broer om de hoek hebben wonen. In deze straat worden nog drie kinderen geboren: Jan, Elisabeth Maria en Jannetje. Bij de laatste twee is Dirck Hobers weer de doopgetuige. (Bij afb. 3 een foto uit later tijd, die goed laat zien dat beide straten dicht bijelkaar liggen). In het voorjaar van 1741 is er blijkbaar ziekte in het gezin, want twee dagen achter elkaar brengen ze een zoontje naar het kerkhof: eerst de naar zijn oom vernoemde Dirk, 16 dagen oud "Woensdag den 15 maart 1741, kint van barend Oudenheuvel in de Sint Nicolaasstraat". De dag erna de tweejarige Johannes (Jan) "Den 16 maart 1741; kind van Barent, begraven Noorderkerk". Ook in de jaren daarna verliezen ze twee kinderen: in 1744 de acht maanden oude Elisabeth "Sondag 6 September alleen: kint van Barent Oudenheuvel in de Visserstraat". Het jaar daarop dochter Jannetje één maand oud: "1745 Woensdag 4 augustij | kint van Barend Oldenhoven in de Visserstraat". Barend en Hillegonda krijgen in totaal zeven kinderen, van wie er dus vier op zeer jonge leeftijd overlijden. Al met al een verdrietige tijd dus, temeer daar man zwaar aan de drank is.

Boosaardig drankmisbruik
Barend is vrijwel dagelijks dronken en om dat te bekostigen verkoopt hij zelfs huisraad. Ook bedreigt hij zijn vrouw Hillegonda Hobers. Heeft Hillegonda haar man verlaten of dreigt ze ermee? In ieder geval wordt er op haar verzoek (Request) een akte opgesteld bij notaris Jan Verleij waarin het schandelijke gedrag van haar man Barend wordt beschreven:
"N: 435 Verklaring gepasseert den 10 September 1749
op heden den 10 Sept: des Jaars 1749 Compare(e)rden voor mij Jan Verleij Notaris publicq bij den Ed(ele) Hove van Holland geadmitteert, binnen Amsterdam residerende"

De notaris vermeldt eerst de namen en adressen van vier getuigen ten gunste van Hillegonda Hobers, de eiser (requirante). Ze wonen " inde Binnen Visserstraat" en "beijde Haringpackerije" en zijn dus buren van Hillegonda en
"sijnde van genoegzamen ouderdom. Dewelke (getuijgen) ter requisitie van Hillegonda Hoberts huijsvrouw van Barend Oudenheuvel hebben getuijgt en verklaerd:
Eerstelijk, de twee eerste getuijgen dat sij verschijde jaren sijnde buren geweest vande requirante en haer man in de Binnen Visserstraat tot laast eerste Maij toe, Sij getuijgen al sedert langen tijd hebben gesien en bevonden dat de voornoemde Barend Oudenheuvel sig dagelijks te buijten ging in de sterken drank, dat hij 't goed uijt sijn huijs off woning wegnam en 't selve verkogt off verzette
[lommerd] om de drank magtig te worden,
dat hij dagelijks dronken en vol thuijs komende op een verschrickelijke wijse tegens de requirante tierde en raasde, haar drijgende te slaan en te mishandelen en seggende onder veele onbetamelijcke uijtdruckingen en scheldwoorden haer te sullen vermoorden, sulks de requirante dikwils 't huijs is uijtgevlugt, als niet durvende sig bij hem vertrouwen. Hebbende sij eerste getuijge eens bijgewoond dat hij 't vuur van den haard nam, daer mede na de requirante gooijde; hebbende sij twee eerste getuijgen 't gedrag van gemelde Barend Oudenheuvel alsoo ondervonden tot primo Maij laastleden, als wanneer hij met de requirante uijt de Visserstraaat verhuijst is"

Het gezin verhuist dan naar "bij de Haringpackerij". De Haringpakkerstoren was een toren op de hoek van het Singel en de huidige Prins Hendrikkade.
"Verklarende nu de twee laaste getuijgen dat sij sedert Maij laastleden sijnde geweest geburen van de requirante en haer man Barend Oudenheuvel inde Haringpackerije alhier. Sij alsoo hebben gezien en bevonden dat hij Barend Oudenheuvel sig dagelijks dronken en vol drinkt en sodanig is overgegeeven aan den drank dat hij niet alleen 't goed uijt sijn huijs maar ook kleeren van sijn lijff verzet off verkoopt om drank te bekomen.
Dat als hij dronken en vol is, hij dan tegens een igelijk maer voornamentlijk tegens de requirante op een vreeschelijke wijse scheld en raast. Hebbende sij twee laaste getuijgen hem verschijde malen onder veele onbetamelijke uijtdruckingen en scheldwoorden horen seggen dat hij de requirante soude vermoorden, daer bij voegende dat hij op 't schavot moest sterven, (en hebbende hij Barend Oudenheuvel nog kortelings om de drank machtig te worden, verkogt off verzet een tinne bierkan en nog gistere een kopere kandelaar)
Verklarende sij twee laaste getuijgen nog laastelijk dat het gedrag van hem Barend Oudenheuvel sodanig is dat het gansch gevaerlijk is voor de requirante, en dat soo daar in niet werd voorzien, het te vresen is dat daeruijt nog quade gevolgen sullen voorkomen"

Als deze verklaring is voorgelezen door de notaris zetten de getuigen een handtekening of hun "kruisje" eronder. Barend is dus hiermee onder druk gezet. Wordt het hem te heet onder de voeten, voelt hij zich schuldig? Feit is dat hij zich direct aanmeldt als soldaat bij de VOC en al met de eerstvolgende uitreis van de VOC-vloot vertrekt; zijn vrouw en drie kleine kinderen achterlatend.

Aanmonsteren bij de VOC
In het najaar van 1749 valt dus in het gezin van Hillegonda Hobers het besluit dat Barend zich zal melden bij het Oost-Indisch Huijs om dienst te nemen bij de VOC. Waren ze opgelucht dat hun vaak dronken vader uit huis ging? Zijn 14-jarige dochter Christina zal begrepen hebben wat dat betekent; de 13-jarige Frederik had ook geregeld de huilende vrouwen gezien als de tambours langs trokken om hun geliefden op te trommelen. Zij wisten dat velen niet terug kwamen. Het zal ook voor zoontje Jan (6 jaar) spannend geweest zijn. Zou hij toen al gezegd hebben: "Pappa, ik word later ook soldaat"? (Jan zal later als Provoost aan boord van de "Vrouwe Petronella Maria" een zeemansgraf krijgen midden op de Indische Oceaan.) De 4-jarige Jannetje zal het ontgaan zijn.

Barend doet wel zijn best om zijn gezin zo goed mogelijk achter te laten. Hij tekent in het Oost-Indisch Huijs zowel een "maandbrief" als een "transportbrief" op naam van zijn vrouw "Hillechonda". In de maandbrief staat dat de Kamer van Amsterdam drie maandlonen per jaar uitbetaalt aan de echtgenote. De maandbrief is op Hillegonda's naam gesteld en dus niet overdraagbaar of verhandelbaar. De VOC garandeert dat de maandbrief bij voorrang wordt uitbetaald wanneer de rekening van Barend dat toelaat. Barend ondertekent ook een schuldbrief (transportceel) voor 150 gulden. Deze "ceel" was een schuldbekentenis aan toonder en daarom overdraagbaar. Hij laat ook deze ceel achter bij zijn vrouw. Ook met dit formulier garandeert de VOC dat de schuld bij voorrang zal worden afgelost uit het tegoed dat Barend gaat verdienen.

De kerstdagen van 1749 zullen bijzonder geweest zijn. De wetenschap dat vader elk ogenblik opgeroepen kan worden, zal de sfeer mee bepaald hebben. Vlak na Kerst is het zover: het tromgeroffel uit de richting van de Haarlemmer Poort komt steeds dichterbij. Uit de huizen komen de mensen om te kijken. De stoet nadert en groeit. Mannen met kruiwagens met daarop hun scheepskist, mannen die samen een kist dragen. Ook Barend sluit aan bij de stoet naar de Montelbaenstoren waar de varensgasten vertrekken. Waren ze blij dat deze man die zoveel verdriet veroorzaakte vertrok? Moeder Hillegonda Hobers blijft met haar kinderen achter en gaat weer in de Binnen Visserstraat wonen. Dicht bij haar broer Dirk Hobers.

"Int Schip d'Admirael Ruijter"
In 1749 is de Admiraal de Ruyter van stapel gelopen van de VOC-werf in Amsterdam (afb.4) . Het schip is dus splinternieuw als het op oudejaarsdag van dat jaar voor anker ligt op de rede van Texel. Kapitein Bastiaan Verdoes had al weken toezicht gehouden op het bevoorraden en zeilklaar maken van zijn schip. Soldaten (onder wie Barend Oudenheuvel uit Amsterdam), matrozen, eten en drinken werden met kleine scheepjes vanaf Oudeschild aan boord gebracht. Ten tijde van de VOC was het een komen en gaan van duizenden schepen die Texel als uitvalsbasis gebruikten voor hun lange reizen naar de Oost en de West. Het water voor die lange reis werd ingekocht op Texel omdat het water van goede kwaliteit was en daardoor lang houdbaar. Kapitein Bastiaan Verdoes heeft de laatste dagen de allerlaatste soldaten en bemanningsleden aan boord zien komen. Velen zijn totaal niet vertrouwd met het verblijf aan boord van een schip. Zal hij Barend gesproken hebben? Waarschijnlijk is hij hem niet eens opgevallen.
Op 31 december 1749 geeft kapitein Bastiaan Verdoes het bevel het anker te lichten en de zeilen te hijsen. Als de duinen van Holland die dag achter de horizon verdwijnen, zal Barend zich afgevraagd hebben of hij zijn vrouw en kinderen ooit nog zal zien.

Op de dag dat een VOC-schip vertrekt, begint de administratie van de 'dienaar'. Van alle 129 opvarenden worden, ongeacht de rang, alle schulden en verdiensten genoteerd. Ook van Barend wordt het scheepssoldijboek ingevuld; aan de debetzijde vermeldt de administrateur (afb. 5).

"Int Schip d Admirael Ruijter, Ao 1750 voor Amsterdam"

Barend Oudenheuvel, van Amsterdam; .. Soldaat
reeds aan zijn vrouw "Hillegonda" 3/m vermaekt


1749 ultimo decbr à d' E Comp. over 2/m. gage op hand ..... f 18: --: --
1749 ultimo decbr à d' E Comp. Schuld aan Hobers ........... f 150:-- :--
1749 ultimo decbr à d' E Comp. ......1 ps. kist ........................ f 4: 5:--
                                                                                       ..... f 172: 5:--
Trouwceel getoont

In totaal begint Barend met een schuld van 172 gulden 5 stuivers en 0 duiten.

Hoe komt hij aan deze schuld? Op het moment dat Barend zich in het Oost-Indisch Huijs meldde bij de 'equipagecommissie' kreeg hij twee maanden soldij vooruit betaald: "twee maanden gage op hand" is het gebruikelijke loon dat een VOC-dienaar op voorhand krijgt, om o.a. de inhoud van zijn door de VOC geleverde scheepskist aan te schaffen. Voor de scheepskist betaalde hij 4 gulden en 5 stuivers. De schuld van 150 gulden is op naam van "Hobers" gezet. Het zal zwager Dirk hobers zijn

De Admiraal de Ruyter heeft als bestemming Batavia. De eerste reis gaat altijd naar Kaap de Goede Hoop; daar zal het schip opnieuw bevoorraad worden en krijgt de bemanning en de soldaten de mogelijkheid op krachten te komen en vers voedsel te eten ten einde scheurbuik te genezen of te voorkomen. Het schip heeft een tonnage van 1150 ton. Aan boord zijn 92 bemanningsleden, 14 soldaten waaronder Barend, 4 ambachtslieden en zelfs 10 passagiers. Van deze in totaal 120 personen sterven er op het gedeelte naar de Kaap 25 en krijgen een "één-twee-drie, in Godsnaam" zeemansgraf. Barend komt op 22 april 1750 veilig in De Kaap aan. Hij krijgt net als de anderen ruim vijf weken de tijd om op krachten te komen. Op 2 mei 1750 geeft kapitein Bastiaan Verdoes opnieuw bevel het anker te lichten. Barend is weer aan boord; drie maanden later gaat het schip voor anker op de rede van Batavia.

"Samarang"
Op 29 juni 1750 ankert de Admiraal de Ruyter op de rede van Batavia. Precies vier jaar geleden ankerde hier de "Lis" met aan boord Barends zwager Jan Hendrik Hobers. Jan Hendrik was ook soldaat bij de VOC; hij was kort na aankomst in Batavia overleden. Hoe zal het Barend vergaan?
Op het moment dat Barend van boord gaat sluit de schrijver de boeken; het scheepssoldijboek vermeldt aan de creditzijde wat Barend verdiend heeft (afbeelding):
1750 Junij 29 Voor d' E Comp. f 54:--:-- over 6 maanden gage á f 9 per maand
van ultimo december dat zijn uijtgesijlt tot heeden
dat ter Rheede Batavia de boeken sluiten en aan land gaat ...................... f 54:--:--
                                          ;           over te quaad         ..........................     f 118: 5:--
                                                   ........................ .... ..... .. ... ...... .... ..        f 172:-5: --

"over te quaad" is het bedrag dat Barend nog aan schuld bij de VOC heeft. Barend heeft bij aankomst 2 stuivers (!) minder schuld dan zwager Jan Hendrik Hobers. (afb. 6)

Barend is maar kort in Batavia geweest. Hij gaat al weer snel aan boord van een ander VOC-schip dat koers zet naar Samarang (het huidige Semarang). Nederlandse koloniale bewindvoerders hebben de staat Samarang opgericht. In 1705 wordt Samarang officieel een VOC-stad en kort daarna tevens de hoofdstad van midden-Java. De VOC creeërt tabaksplantages in de regio. Bij de monding van de rivier wordt een fort "Prins van Oranje" aangelegd (afbeelding); dit is het doel van Barends reis. Hier wordt hij als soldaat ingedeeld bij het 130 man sterke garnizoen. (afb. 8 en 9)

De vier korte notities m.b.t. tot Barend in het scheepssoldijboek geven geen zicht op hoe het hem vergaan is; we kunnen alleen concluderen dat hij vier jaar in Samarang verblijft. Het is niet na te gaan of er een briefwisseling heeft plaatsgevonden tussen Barend en zijn gezin. In het Nationaal Archief van Engeland liggen 40.000 duizend brieven die door Engelse kapers zijn buitgemaakt op Hollandse schepen. Al die brieven zijn bewaard, maar niet geïndexeerd en nog nauwelijks onderzocht. Het is echter de vraag of Hillegonda Hobers en Barend konden schrijven. Wellicht heeft een gerepratieerde maat van Barend of een opvarende van een retourschip nieuws gebracht.
Wat wel zeker is, is dat het thuisfront een aantal jaren weet dat hun geliefde in leven is. Zolang Hillegonda in het Oost-Indisch Huijs geld kan opnemen (wat ze doet), weet de familie dat hij leeft. Eén keer per jaar op de laatste dag van Augustus noteert de administrateur aan de debetzijde wat Barend het afgelopen jaar verdiend heeft of wat er van de schuld is opgenomen. (afb. 7)


1750 ultimo Aug. Over 2 m(aanden) 1 dag op Batavia te quaad .......... f 117:13:15         Samarang
1751 ultimo Aug. Over 12 maanden op Samarang f 250 te quaad ........ f 68:14:12
                           Credit f 150 Wegens ingediende schuld                      .. .. ...               f 150:--:--
1752 ultimo Aug. f 38:6:1 Rest over 12 m(aanden) op Samarang ........f 202                    38:6:1
1753 ultimo Aug. Over 12 maanden op Samarang .. .. ... ... .. ... . ... ... f 140

Deze geldbedragen laten zich moeilijk boekhoudkundig narekenen. Als hij in rang omhoog is gegaan, is zijn salaris verhoogd. Wel is duidelijk dat Barend van 1 september 1750 tot 1754 in Samarang gelegerd is. Ook neemt hij soms zelf contant geld op. Zo is bijvoorbeeld te lezen dat zijn schuld op de reis van Batavia naar Samarang is verminderd van 118 gulden naar 117 gulden, wat stuivers en duiten. Hij heeft 18 gulden (twee maandsalarissen) verdiend en dus ruim 17 gulden uitgegeven. Het zal wel opgegaan zijn aan spullen die hij in de tropen nodig heeft.

Ook in Amsterdam wordt het soldijboek heel nauwkeurig bijgehouden. Echtgenote Hillegonda Hobers meldt zich een aantal keren bij het Oost-Indisch Huijs om geld op de "maandceel" en de "transportceel" (schuld) op te nemen (op afbeelding 9 is goed het verschil te zien tussen de schrijfkwaliteit van Hillegonda en de "borge" van de VOC):

1751: 8: Febr;    f 32;--:-- betaalt aan Hillegonda Hobers Zijn vrouw op de maandceel
                          f 27:--:-- en f 5:--:-- op de Schuld
                Ze tekent:
hilegonda hobers

1754 24 Decb.    f 49;--:-- betaalt aan Hillegonda Hobers Zijn vrouw op de maandceel
                           daaronder f 21 voor agterstal
hilegonda hobers

1755 16 Octob.    f 204;-- betaalt aan Hillegonda Hobers Zijn vrouw , daarvan f 59,-- op de Maandceduul,
                             (waaronder f 32,-- is voldaan van de Agterstal) en f 145,-- in voldoening van de schuld.
hilegonda hobers



"Vermist"
Al die jaren heeft Hillegonda dus geweten dat haar man in leven is. Hillegonda neemt in 1754 de dag voor kerst f 49,-- op. Ze weet dan nog niet dat op dat moment haar man in Samarang vermist wordt.
Het soldijboek in Samarang besteedt er slechts drie woorden aan, waarmee het soldijboek wordt gesloten:
"Is absent 1754"

Deze korte mededeling is de standaardformulering voor: "Niet bij de monstering verschenen en de reden is niet bekend". Barend Oudenheuvel, echtgenoot van Hillegonda Hobers wordt vermist in Samarang.

Wanneer en of het bericht van vermissing Hillegonda bereikt heeft, is onbekend. Ze weet het in ieder geval als ze ruim een jaar later op 16 oktober voor het laatst haar handtekening zet voor de ontvangst van het restbedrag f 204,--. Een enorm bedrag voor die tijd.

En toch: Barend duikt 'ineens' weer op in Holland. In mei 1756 is hij doopgetuige bij het eerste zoontje van zijn dochter Christina. Wat is er gebeurd tussen zijn 'vermissing' in Samarang en die doop in Amsterdam. Geen enkel VOC-schip maakt melding van ene Barend Oudenheuvel op de thuisreis naar het vaderland. Het blijft gissen.

Lakmaker
Eind januari 1760 vervoegt Hillegonda Hobers zich met haar oudste zoon "Lakmaker" Fredrik bij een notaris om mede te ondertekenen voor haar nog minderjarige (23 jaar) zoon. Moeder Hillegonda wordt in deze akte vermeld als weduwe van Barend Oldenheuvel, iets wat later niet waar bljkt te zijn. Barend zal "weg" geweest zijn en moeder heeft toen aangenomen dat hij niet meer in leven was. Later zal vader echter weer opduiken.
"Heeden den 21 Januari Ao. 1760 Compareerden voor my Daniel van den Brink, Openbaar Notaris, binne Amsterdam
Monsr. Arent Kock, Lakmaker en Penne winkelier binne deese stadt en Fredrik Oudenheuvel, minderjarig Jongman
geassisteert met zyn moeder Hillegonda Hoberts wed[uwe] Barent Oudenheuvel meede alhier wonende, dewelke verklaarde
met elkanderen geaccordeert te zyn dat hy tweede Comparant aan wien den Eerste Comparant het geheym van't lakmaken heeft toe vertrouwt
onder de volgende voorwaarden en de konst vant bereyden der pennen en negotie heeft geleert ....


Meester Lakmaker Arend Kock "woonende op het Rockin naast de Nieuwe Zijds Capel" stelt o.a. als voorwaarde dat Frederik de twee zoons van Arend de 7-jarige Hermanus en de 5-jarige Isaac de "konst van het lakmaken" zal leren, mocht vader Arend overlijden. Frederik overlijdt echter zelf voor de Meester Lakmaker.

Kostgangers
Om in haar onderhoud te voorzien heeft Hillegonda kostgangers in huis genomen. Dit blijkt uit het Notarieel Archief Amsterdam. In 1761 maakt ene Jan Christoffel, ongehuwd jongman, zijn testament op. Hij staat op het punt als bootsman op het schip "De Vigilancie" naar Smyrna te vertrekken en wil op de valreep zijn nalatenschap bij de notaris regelen. Hij is "logeerende ten huijse van Hillegonda Oudenheuvel in de Binne Visserstraat". Ook het jaar daarop maakt ene "Obbe Zebens ongehuwd jongman logeerende ten huijse van Hillegonda Oudenheuvel inde Binne Visserstraat" zijn testament op. Obbe is "siekelijk van lighaam" en geeft aan wie recht heeft op zijn nalatenschap. Opvallend is dat Hillegonda de naam van haar man draagt 'Oudenheuvel'.

Langstlevende
Al die jaren wonen Hillegonda en haar kinderen in de Binnen Visserstraat. Ze zullen vanuit dit huis trouwen. Dochter Stientje gaat met haar man naast haar moeder wonen. Zoon Jan gaat met zijn vrouw in de kelder onder Hillegonda wonen. Ze maakt dus van heel dichtbij mee het verdriet waarmee zowel Jan als Stientjete maken krijgen. (lees die levensverhalen bij Christina Oudenheuvel en bij Johannes Oudenheuvel) Er blijft een nauwe relatie met de rest van de familie Hobers; Hillegonda wordt vaak gevraagd als doopgetuige bij de kinderen van haar broer Dirck, die om de hoek woont. Het zal haar geraakt hebben toen ze de naar haar vernoemde kleindochter Hillegonda, dochter van haar zoon Jan, bij de doop de Zuiderkerk binnen mocht dragen.
Ze maakt echter ook nog mee dat zoon Jan niet meer terugkomt van een reis met de VOC. Ze verliest ook haar enige nog in leven zijnde kind Stientje, die vijf jaar na Jan overlijdt. Naarmate ze ouder wordt, kan ze minder goed voor zichzelf zorgen. Ze verhuist naar het oude vrouwenhuis. Daar in het "Besjeshuijs van de Diakonie" overlijdt ze op 76-jarige leeftijd. Het begraafregister van het St. Anthonis Kerkhof vermeldt:
"den 15 Januarij: Hillegonda Hobers, Besieshuijs; diaconie betaald"

De diakonie betaalt haar begrafenis. Hillegonda wordt begraven op het St. Anthonis Kerkhof; ze werd 76 jaar.
Ze overleefde haar zeven broers en zussen; ze overleefde haar zeven kinderen; ze overleefde vijf van haar zeven kleinkinderen.

Leestips
Zoon Jan, provoost bij de VOC, krijgt een zeemansgraf:
Klik op zoon Jan Oudenheuvel *1742.

Soldaat Jan Hendrik Hobers zeilt met de "Lis" naar Batavia:
Klik op broer Jan Hendrik Hobers *1715

De reis van "den hoedemaecker":
Klik op haar vader Frederick Egberts Hobers

Destillateur Dirk Hobers, de rijke "koopman van wijnen":
Klik op broer Dirk Hobers *1709.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Hillegonda Hobers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Hillegonda Hobers

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Hillegonda Hobers


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

Bronnen

  1. Ondertrouwregister Amsterdam
  2. Begraafregister Amsterdam
  3. Notarieel Archief Amsterdam
  4. FamilySearch

Over de familienaam Hobers

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Hobers.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Hobers.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Hobers (onder)zoekt.

De publicatie Stamboom Hobers is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
W. Hobers, "Stamboom Hobers", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-hobers/I1208.php : benaderd 25 april 2024), "Hillegonda Hobers (± 1708-1784)".